Een Access Point moet via een netwerkkabel (UTP) verbonden zijn met je modem. Dit kan op twee manieren:
Je hebt zelf een netwerkkabel die lang genoeg is om je modem rechtstreeks met je Access Point te verbinden. De bijgeleverde netwerkkabel heb je dan niet nodig.
In je huis is er netwerkbekabeling voorzien. Er zijn netwerkcontactdozen, die aangesloten zijn op je modem. Je Access Point sluit je met de bijgeleverde netwerkkabel aan via een netwerkcontactdoos.
Er zijn 3 ledlichtjes:
1. een wifi-ledje: na het opstarten geeft het wifi-ledje kort de wifi-status van het Access Point weer.
2. een connectivity-ledje: na het opstarten geeft dat ledlichtje kort de status van de internetverbinding van het Access Point weer.
3. een LED-bar: die geeft de algemene status van het Access Point weer. De LED-bar brandt continu wit als je Access Point klaar is voor gebruik.
Tijdens de opstart doorloopt je Access Point verschillende fases. De ledlichtjes veranderen tijdens de verschillende fases van kleur.
LED-bar | Wifi-ledje | Connectivity-ledje | |
Fase 1 | Wit | Groen | Groen |
Fase 2 | Wit | Rood | Rood |
Fase 3 | Geel, knippert | Groen | Uit |
Fase 4 | Geel, knippert | Uit | Uit |
Fase 5 | Wit, zonder knipperen | Uit | Uit |
Wil je het wifi-ledje en het connectivity-ledje controleren? Druk dan kort op de knop ‘Pair WPS’. De ledlichtjes zullen oplichten en na een korte tijd terug doven.
Telenet bewaart de instellingen van je modem centraal. Tijdens het opstarten neemt je Access Point die instellingen automatisch over. Hierdoor verbinden je toestellen automatisch met je Access Point.
Je Access Point kopieert je modeminstellingen automatisch, als je modem dit ondersteunt. Controleer of je de juiste modem hebt. Niet zeker welke modem je hebt? Je vindt je modemtype op de sticker onderaan je modem.
Oplossing: Als je Telenet -modem automatisch kopiëren niet ondersteunt, gebruik je de standaard instellingen van het Access Point om je toestellen te configureren. Die staan op een sticker onderaan het Access Point.
Je Access Point neemt je modeminstellingen alleen over als 'één wifi-netwerk' aanstaat in Mijn Telenet. Controleer of dit het geval is, en schakel 'één wifi-netwerk' anders aan.
Hoe doe je dat?
Meestal neemt het Access Point de wifi-instellingen van je modem onmiddellijk over. Soms verlopen wijzigingen in configuratie trager. Dat is het geval wanneer we het Access Point niet direct kunnen bereiken. Het kan dan tot 2 uur duren vooraleer je Access Point de instellingen van je modem overneemt.
Je kan je Access Point ook aansluiten aan je Powerline. Zorg ervoor dat je Powerline in de ruimte waar je je netwerk wil uitbreiden, gekoppeld is aan een Powerline aan de modem. Je sluit je Access Point aan met de bijgeleverde netwerkkabel op de netwerkpoort van je Powerline.
Je eigen toestellen beslissen zelf wanneer ze schakelen tussen het Access Point en de modem. Sommige toestellen zullen dit sneller doen dan andere. Als je merkt dat je in de buurt van het Access Point een slechte verbinding hebt (niet alle wifi-balkjes zijn gevuld), is een mogelijke oorzaak dat je toestel nog steeds verbonden is met je Telenet-modem die verder staat. Je kan de wifi op je toestel proberen af- en aan te zetten. Op die manier verplicht je je toestel om opnieuw verbinding te maken met een wifi-punt.
In de Telenet-app kan je controleren of je toestellen verbonden zijn met je modem of met een Access Point of (Wifi) Powerlines. Je ziet al je verbonden toestellen onder 'Wifi-netwerk'.
Als je een eigen router hebt, kan het zijn dat Telenet het Access Point niet onmiddellijk kan instellen. Wijzigingen in configuratie verlopen dan trager omdat je moet wachten tot het Access Point zelf controleert of zijn configuratie nog up-to-date is. In principe kan het tot 1 uur duren vooraleer wijzigingen zichtbaar zijn op je Access Point.
Graag hulp of meer uitleg?