“Grote sociale netwerken zoals Facebook, Instagram en Snapchat brengen de hele wereld in onze woonkamer, maar paradoxaal genoeg kennen we ondertussen nog amper onze eigen buren of dorpsgenoten”, geeft Jennick aan. “Daarom stampten we in 2014 een online buurtnetwerk uit de grond.”

“Zowel ikzelf als medeoprichter Jonas zijn ervan overtuigd dat online technologie mensen kan helpen om elkaar on- en offline opnieuw beter te leren kennen. Daar staat Hoplr ook voor: ervaringen uitwisselen met uw dorpsgenoten, boodschappen doen voor de ouderen, applaus voor de zorgsector organiseren, snel laten weten dat uw kat vermist is, spullen delen, een buurtfeest plannen …”

Aanvankelijk zag het duo Hoplr als een soort open stadsplatform, waarop u van stad naar stad kon ‘hoppen’, maar dit sloeg niet echt aan. “Daarom zijn we in 2016 radicaal omgeschakeld naar een gesloten buurtnetwerk. Met unieke content – informatie op maat van een klein dorp, een wat ruimere buurt of stadswijk – en binnen een volledig privaat netwerk”, licht Jennick toe.

“Dat concept hebben we uitgetest in een zestal Mechelse pilootbuurten, onder de noemer ‘Leer je buren kennen’, waarbij mensen zich echt privé moesten inschrijven op hun buurtnetwerk op basis van hun adres. Privégegevens, zoals een e-mailadres, telefoonnummer of huisnummer zijn niet zichtbaar. Gebruikers kunnen via Hoplr wel zelf een groepschat of privéchat aangaan met hun buren”, zegt Jennick.

Dat concept bleek wél een voltreffer. “De ideale buurt telt, zo weten we intussen, tussen 1.000 en 2.500 adressen. Dan kan je echt spreken van een lokaal ecosysteem, waarbinnen mensen graag dingen met elkaar delen en uitwisselen.”

Vandaag telt Hoplr al 10 voltijdse medewerkers, en heeft de onderneming ons land opgedeeld in ruim 4.000 buurten. Bij de opstart van een nieuw netwerk voor zo’n buurt krijgen alle buurtbewoners een heuse papieren brief. “Behoorlijk arbeidsintensief, dat klopt, maar 1 op de 5 bewoners van die buurt schrijft zich daarna wel in”, geeft Jennick aan.

“Vandaag zijn er al 1.800 Belgische buurten online, en we werken nu geleidelijk aan ook de rest van de Belgische markt af. Tegelijk lonken we al over de grens, richting Nederland en Frankrijk.” Voor de buurtbewoners zelf is Hoplr volledig gratis. Reclame is totaal uit den boze.

Om de onderneming rendabel te maken, mikt Hoplr momenteel op de steden en gemeenten. “Lokale besturen zien stilaan het nut van zo’n buurtnetwerk in, omdat het hen dichter bij hun inwoners brengt. Wij zijn een soort van gestructureerde en zelfregulerende community builder, waarlangs ook een bestuur zelf heel laagdrempelig kan communiceren met bepaalde buurten en hun bewoners.” Dat maakt Hoplr heel relevant in crisistijd.

“Ons sociaal netwerk is bovendien heel besloten, positief en kleinschalig, en in die zin totaal niet vergelijkbaar met pakweg Facebook, waar één opmerking tot eindeloze discussies of scheldpartijen kan leiden”, merkt Jennick op.

Jennicks toekomstplannen zijn groot. “Meer dan 70 procent van onze gebruikers is wekelijks op het netwerk actief. Daarmee behalen we zelfs betere retentiecijfers dan Twitter. Binnen enkele jaren moet Hoplr het grootste Europese online burgerplatform worden. Tegen 2030 verwacht ik in Europa meer actieve gebruikers op Hoplr dan op Facebook.”