De opmars van de sociale netwerken

Die van morgen? Die vraag krijgen we zowat dagelijks’, vertelt Hannes Coudenys, zaakvoerder van het Brusselse bureau Hurae en het brein achter Ugly Belgian Houses en het Instagram- en TikTok-‘museum’ Smile Safari.

‘Niet zo heel lang geleden was het nog eenvoudig. Je had de krant, de radio en televisie. Op een gegeven moment kwam daar Facebook bij en de meeste ondernemingen weten min of meer hoe ze daarop moeten adverteren.’

Maar de laatste jaren ontstond er een stoet andere kanalen als Instagram, Snapchat, YouTube, TikTok, Discord, Spotify, …

‘Jongeren zitten daar natuurlijk ook. Je bedrijf kan niet achterblijven, zeker als je doelgroep de min-35-jarigen zijn. Je moet je budget verdelen over al die media. Ook guerrillacampagnes kunnen nog altijd, zelfs in het digitale tijdperk. Stuur bijvoorbeeld via AirDrop een foto naar een groep jongeren. Of geef hun een wegwerpcamera, want het analoge is weer in opmars bij hipsters.’

‘Uiteindelijk beseft iedereen dat hij online aan de slag moet. Op lezingen zeggen mensen soms: “Facebook en TikTok, ik heb daar allemaal geen tijd voor.” Maar waarom zit je dan op mijn lezing? Het moet toch zijn dat je merkt dat je het nodig hebt om nieuwe mensen te bereiken. Dan moet je er je tijd insteken. Tegelijk raad ik altijd aan om alleen te doen waarbij je je goed voelt’, zegt Coudenys.

‘Hoe een bedrijf dat het best aanpakt? De juiste expertise aantrekken en die mensen vertrouwen schenken.’

‘De ene heeft voor zijn online aanwezigheid meer tijd nodig dan de andere. Ik heb al vaak gemerkt dat de drempel groot is, maar uiteindelijk omarmen ze het digitale toch. Maar ga er dan ook echt voor. Als je dat niet doet, slaat het als een tang op een varken en dat merken je klanten. Vandaar het belang van een goed verhaal. De content, die is uiteraard cruciaal, zowel de copy als video, die je niet meer kunt wegdenken.’

Digital advertising wordt steeds meer voer voor specialisten, legt Coudenys uit. ‘Zelfs voor Facebook heb je experts nodig die de stiel beheersen: campagnes opzetten, doelgroepen definiëren, een pixel op je site plaatsen zodat er verbinding ontstaat en waarmee je de clicks kunt meten, … Je kunt haast niet meer anders dan dat uitbesteden.’

Zelf is Coudenys nog niet helemaal ondergedompeld in de metaverse. ‘De Facebooks van deze wereld proberen meta enorm te pushen, ik heb zelf ook zo’n set, maar ik zet hem weinig aan. Ik voel me dan te veel afgesloten van de wereld.’

Volgens Coudenys moeten de grote spelers oplossingen bedenken om het isolement te doorbreken.

‘Maar ik ben ervan overtuigd dat het zal lukken. Vergelijk het met de QR-codes. De coronaperiode betekende een katalysator voor bijvoorbeeld contactloos betalen. Bij virtual reality moet het allemaal nog veel vloeiender gaan. De apparaten moeten vlotter werken. Je moet ze simpel kunnen bedienen. Ik ben benieuwd met welke oplossing Apple op de proppen komt, dat blijft de king onder de techbedrijven. Voor spraaktechnologie stel ik hetzelfde vast. Aan mijn GoogleHome heb ik bijvoorbeeld maar weinig.’

Coudenys ‘haat’ Facebook, maar ziet de grootste socialenetwerksite niet gauw verdwijnen. ‘Het is zoals een telefoonboek, die zijn ook lang meegegaan. Via Facebook of LinkedIn connecteer je met een breed publiek, dat gaat een stuk minder met bijvoorbeeld TikTok. Community’s zijn zo oud als de straat, mensen willen connecteren. Op Facebook zijn er talloze groepen die nog springlevend zijn. Je kunt er snel mensen samenbrengen rond bepaalde niches.’

‘De kracht van het grootste netwerk is nog wel een tijd bruikbaar. En dat weten de decision makers ook. Je moet je boodschap bij de juiste groep op de juiste manier verpakken, bijvoorbeeld met humor. Je moet durven te experimenteren om de juiste tone of voice te vinden. Sociale media evolueren snel, dat betekent dat je je voortdurend moet bijscholen.’