Dierengezondheidszorg Vlaanderen

Systeembeheerder

Dierengezondheidszorg telt 170 medewerkers, verspreid over vestigingen in Lier, Drongen en Torhout. Ze assisteren veehouders en dierenartsen, onder meer in het kader van dierziektebestrijdingsprogramma’s. De verslagen van de uitgevoerde labtesten worden via het geavanceerde LIMS-systeem (Laboratory Information Management Solution) online beschikbaar gesteld, gepersonaliseerd én met een strenge toegangscontrole beveiligd. DGZ ondersteunt de veehouders ook bij de wettelijk verplichte identificatie en registratie van hun bedrijf en hun dieren. Zo wordt het mogelijk om een dier en zijn producten te volgen doorheen alle stadia, van bij de productie en de verwerking tot de distributie. DGZ werkt daarbij intensief samen met de Waalse zusterorganisatie Arsia en met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Dat alles zorgt voor een groot volume aan dataverkeer. Een IT-ploeg van acht personen leidt het allemaal in goede banen.

“De vroegere verbinding was een ingewikkelde constructie via SDSL-koperlijnen”, zegt Kris Declercq, systeembeheerder van DGZ. “Met Arsia vormden we één geheel bij dezelfde provider, maar onze toegang tot internet verliep via een connectie in de gebouwen van onze toenmalige provider, in een datacenter. Best performant, maar elke wijziging hield een risico in en het datacenter was bovendien moeilijk bereikbaar voor ons. In Drongen hadden we meer capaciteit nodig, maar koperparen bundelen levert minder op dan de optelsom. Geen ideale oplossing. Bovendien kregen we om de zes maanden te kampen met onderbrekingen op de datalijnen. We werkten ooit een halve dag op back-uplijn. Van 10 naar 1 Mbps, dat voel je en zoiets is onwerkbaar: breekt er een crisis uit, dan zijn wij een cruciale schakel in de informatiestroom. Ons internet- en e-mailsysteem moet 24/7 functioneren.” DGZ besliste om een nieuw performant netwerk uit te bouwen.

“Telenet was zeker van zijn stuk en bood een indrukwekkende boeteclausule, mét garanties op hersteltermijn van de router, het enige onderdeel dat niet redundant is uitgevoerd. Dat trok ons over de streep”, gaat Kris Declercq verder. Het werd een redundante iFiber-verbinding van 100 Mbps in Drongen en Torhout en 10 Mbps in Lier. Alle verbindingen hebben een even snelle back-uplijn. Een snelle redundante internetlijn verzorgt onder meer VPN-connectie met zowel het FAVV als Arsia.

De Type 3-glasvezeldatalijnen lopen met een maximaal gescheiden toegang de gebouwen binnen om ons van volledige redundantie te verzekeren. Het netwerk is transparant, in elke site is elk netwerktoestel van de andere sites bereikbaar. Dankzij deze performantie kan DGZ de servers van de verschillende vestigingen samenbrengen in Torhout. “In volle voorbereiding kregen we plots te horen dat onze telefonietechnologie, ISDN-30, niet meer ondersteund zou worden”, vertelt Kris Declercq. “Overschakelen op ISDN-PRA lag voor de hand. We gebruikten al servicenummers en die dienst kon Telenet verder verzekeren. Via deze nummers raken onze klanten en contacten vlotter bij de juiste persoon, ook als diens nummer verandert.”

“Het was best een zware migratie, omdat we ook de firewalls moesten opsplitsen over de lijnen, maar in één weekend was de klus geklaard”, legt Kris Declercq uit. “Switchen tussen hoofd- en back-uplijnen gaat nu trouwens zonder onderbreking in het netwerkverkeer. Vroeger kostte dit een tweetal seconden, genoeg om alle processen stil te leggen. Voor de telefonie volstond het een netwerkkabel van de telefooncentrale in een Telenet-aansluiting te pluggen en was het zelfs geen uurtje wachten op de overzetting van de nummers.” Ook over de SLA is Kris Declercq heel tevreden: “Eén telefoontje en Telenet schiet onmiddellijk in actie.”

“Vanaf nu kan ik zeer vlot thuis controleren of de back-ups goed lopen of kan ik het scherm van de servers overnemen”, aldus Kris Declercq. “Thuiswerken kan nu al en met de optie “reporting” kunnen we piekverkeer in het netwerk tussen de vestigingen of door thuiswerken opsporen. Zo kunnen we snel bijschakelen als de lijnen te zwaar belast zouden raken. De voorziene back-uplijnen hadden we tot op heden enkel nodig bij onderhoudswerkzaamheden.”